Deze roman is een monument voor een stad zoals er maar één is: Genua, La Superba (de hoogmoedige).
En meer nog dan een roman over een schokkend echte en labyrintische stad, is het een liefdesverhaal dat tragisch eindigt.
En meer nog dan een stadsroman en een liefdesroman is La Superba een boek dat de fantasie van een beter leven elders onderzoekt, vertelt en ontrafelt en laat het zien hoe mensen – van gerenommeerde schrijvers en verlopen heren van stand tot arme Senegalese sloebers en flanerende hoeren – op verschillende manieren verdwalen in die fantasie.
En meer nog dan over de stad, de liefde en het lot van de zoekende mens gaat deze grandioze meerstemmige roman over het schrijven van een grandioze meerstemmige roman.
Hoertjes zijn voor de lunch. Rond een uur of elf, half twaalf, komen ze tevoorschijn. Ze hangen rond in het labyrint van steegjes in de hellende driehoek tussen Via Garibaldi, Via San Luca en Via Luccoli, aan weerskanten van de Via della Maddalena, in duistere straatjes met poëtische namen als Vico della Rosa, Vico dei Angeli en Vico ai Quattro Canti di San Francesco. Dit zijn stegen waar zelfs op het middaguur de zon niet doordringt. Daar leunen ze achteloos tegen deurposten of ze zitten in groepjes bij elkaar op straat. Ze zeggen dingen tegen mij als ‘amore’. Ze zeggen dat ze van mij houden en dat ze willen dat ik bij hen kom.
Sommige boeken grijpen je vanaf de eerste pagina’s. Daarvoor moet een tekst niet alleen vlot geschreven zijn, maar moet de verhaallijn of het argument van de tekst de lezer ook meteen interesseren. Een goed geschreven boek verleidt zo haar lezer. Na het lezen stapt de lezer uit de zorgvuldig geconstrueerde denkwereld van de auteur.
Andere boeken beginnen haperend, of geven niet direct toegang tot die wereld. ‘De Wil van Technologie’, het meest recente werk van Kevin Kelly is zo’n boek. Maar wie zich door de eerste negentig pagina’s heeft geworsteld, zal daarna alsnog worden beloond met een meeslepend betoog over technologie als autonome kracht. Of hij daarmee kritische lezers weet te overtuigen, is nog maar de vraag.
Zeven koninkrijkenKevin Kelly, een van de eerste Internetgoeroes, weet al jarenlang een wereldwijd publiek te bereiken. Als een van de oprichters van het tijdschrift Wired wordt hij door vriend en vijand geroemd om zijn inzichten in en voorspellingen over ongeveer elk denkbaar onderwerp op het gebied van internet, technologie en hun relatie tot de mens. Mijn verwachtingen waren dan ook hooggespannen.
In ‘De Wil van Technologie’ introduceert Kelly eerst een nieuw begrip, het ‘technium’. Daarna onderscheidt hij zes koninkrijken, categorieën in het leven met een gemeenschappelijke biochemische blauwdruk. De eerste drie categorieën bestaan uit eencelligen, de overige drie zijn die van paddenstoelen en schimmels, planten en tenslotte dieren. In deze koninkrijken heeft een proces van toenemende ordening plaatsgevonden, bijvoorbeeld van molecuul naar chromosoom naar cel, etcetera.
Het technium is het zevende koninkrijk, ze bestaat uit een verdere ordening of reorganisatie die begonnen is met de eerste zes koninkrijken. Wat betekent dit nou eigenlijk? Kelly bedoelt met ‘technium’ wat wij technologie in brede zin zouden kunnen noemen, dus niet een bepaalde vorm, maar de gehele constellatie van technologieën waarover we beschikken. Daartoe rekent hij niet alleen apparaatjes, maar ook zaken als wetenschap, taal zelfs cultuur.
Autonomie en doelgerichtheidJe kunt je afvragen of Kelly’s begrip van technologie origineel of houdbaar is. Veel filosofen hebben al eerder geprobeerd technologie te definiëren. Wat interessanter is, is dat hij stelt dat technologie autonoom en doelgericht is. Hij vergelijkt daartoe biologische evolutie met technische evolutie.
Biologische evolutie wordt in zijn visie door functionele, historische en structurele krachten bepaald. Parallel daaraan wordt technologische evolutie door intentionele, historische en structurele krachten bepaald. Technologie heeft dus een intentie, een doel. Hier maakt Kelly gebruik van de retorische kracht van de analogie, omdat biologische evolutie uit drie krachten bestaat is dat ook het geval in technologische evolutie.
Maar veel problematischer vind ik dat zijn betoog steunt op een visie op biologische evolutie, waarvan hij zelf al toegeeft dat die niet bepaald breed gedragen wordt binnen de kringen van wetenschappers. In de rest van het boek volgt helaas geen sterke onderbouwing voor zijn keuze voor dit model. Hier laat Kelly zien nog steeds niet bang te zijn om als buitenbeentje te worden gezien (zijn functie bij het tijdschrift Wired heet dan ook ‘Senior Maverick’ oftewel senior buitenbeentje).
‘Wat technologie wil’, is de vraag die Kelly wil beantwoorden, maar wat wil hij de lezer nou echt duidelijk maken? Hij betoogt dat technologie een autonome kracht is, waaraan we niet kunnen ontsnappen, maar die ons per saldo meer goed dan kwaad brengt. Zijn belangrijkste argument hiervoor is dat beschikken over meer keuze altijd beter is. Kelly wordt daarom ook wel een ‘possibilian’ genoemd.
Na een wat pittige start van het boek werd ik gegrepen door zijn argument. Pas aan het eind van het boek werd me echter duidelijk dat Kelly met grote stappen thuis wil komen en in zijn zendingsdrang iets te veel willekeurige stappen neemt om zijn boodschap te verkondigen. Hoewel het een aardig overzicht geeft van de ontwikkeling van technologie blijft het daar helaas bij; zijn betoog heeft me niet kunnen overtuigen.